Pieter Hovinga

Pieter Hovinga
Geboren 21 mei 1882 te Marssum.
Overleden 6 juni 1942 te Leeuwarden.

Pieter Hovinga heeft Marssum, Engelum en Leeuwarden als woonplaats gehad. Veel heeft deze kaatser geleerd van de zeven jaar oudere Jan Kuperus.
Pieter was een opslager bij uitstek. Hij was op het kaatsveld in woord en daad duidelijk aanwezig.
De ballen liepen hem met gang uit de hand, ondanks dat hij geen aanloop had. Twee kleine stapjes en daar ging de bal.
” Ja keatse hat er kinnen, keatse en swetse ” , schreven ze eens over hem. In 1901 kwam hij “yn ‘t grutte spul”. ” De oergong fan jonge ta man ” , zei hij in een interview. Ook vroeger was er vaak ruzie onder de kaatsers in verband met het stellen van de parturen.
Voor dé PC in 1904 stelde Pieter Hovinga met Rinse Feitsma en Lodewijk (Lootsje) Leicht.
Terpstra zei hierover: “Twa maten mei fjirdel skonk (3 1/2 been).”
De ene voet van Leicht was korter dan de andere. Tsjeard Wiebrens Kooistra, die met C. Werkhoven en Sytze Kooistra ging kaatsen,
zei tegen Pieter: “Dat is niet sún deftig partuur.” Hovinga antwoordde: “Der sil jim hjoed aen súge.”
In de strijd om prijs en premie troffen ze elkaar. Op één knie liggend sloeg Leicht de ballen van Tsjeard W. Kooistra vaak de wereld uit.
Ze wonnen de PC en Pieter Hovinga werd koning. In 1908 won hij een derde prijs met A. Groeneveld en M. Helfrich op de PC.
De Bondswedstrijd van 1905 werd gehouden in Marssum. Uit een lijst van 46 parturen behaalden Pieter Hovinga, Gerrit K. Terpstra en Hindrik van der Vliet voor Foarút de eerste prijs.
Op de drie kaatsten ze tegen Beetgum met Klaas Terpstra, Minze de Vries en Anne Groeneveld.
De keurmeester beoordeelde volgens de Beetgumers een buitenslag van Marssum als in. Daarmee waren de poppen aan het dansen. De Beetgumers liepen van het veld en kleedden zich aan. Het publiek was ook aan vechten toe.
Klaas Terpstra was onder de wapenen. Hij kwam in uniform het veld weer op, met de bajonet in zijn hand.
Toen de ruzie eindelijk wat was bedaard, de slag werd :als onbeslist verklaard, verloor Beetgum op reglementaire wijze de partij.
Marssum won in de finale van Witmarsum. Er werd geen koning aangewezen In 1902 had Pieter Hovinga met Jacob Kuperus en Rein van der Kooi al een vierde prijs op de Bond gewonnen.
Veel kwam hij ook uit op door elkaar-loten-partijen. Hij noemde zich daarom ook wel “Breafjuchter” .
In het kaatsklassement aller tijden staat Pieter met 118 punten op de 139ste plaats.

Puntenlijst Pieter HovingaJaar:
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911

Totaal:
Bond:

Eerste prijzen:
1
2
2
2
3

3
2
2
2

19
1

Tweede prijzen:



4
1
3
3
2
3

16
1

Derde-vierde prijzen:
1
1
6
5
3
4
1
4
2
1
1

29

Koning:


1

1
1